Huygens, De wereldbeschouwer […]. Rotterdam, Barent Bos, 1699.
Christiaan Huygens was een baanbrekend wiskundige, natuurkundige en astronoom. Een van zijn meest fascinerende werken werd echter pas een jaar na zijn dood gepubliceerd. The Celestial Worlds Discover’d (De wereldbeschouwer) verscheen in 1698, en in de Bijzondere Collecties van de Universiteitsbibliotheek Maastricht is deze tweede editie uit 1699 te vinden.
Het boek gaat over buitenaards leven, een onderwerp dat drie eeuwen geleden nog veel opmerkelijker was dan nu. Het stelt vragen over buitenaards leven: niet óf het bestond, maar hoe het eruitzag en hoe het functioneerde. Huygens’ beschrijvingen van intelligent buitenaards leven baseerden zich op zijn beperkte waarnemingen van mensen en dieren. Zo concludeerde hij bijvoorbeeld dat buitenaardsen handen en voeten moesten hebben, net als mensen, vanwege het “gemak” ervan.
Volgens Huygens hielden buitenaardsen zich bezig met astronomie en observatie, voeren zij met boten en luisterden ze naar muziek, maar kenden ze ook tegenslagen, oorlogen, ziekten en armoede. Het geocentrisme werd Huygens tijd al niet langer als wetenschappelijk juist beschouwd, en hoewel hij de aarde niet in het middelpunt van het heelal plaatste, mat hij het universum in deze beschouwing nog steeds af aan een zeer menselijke maatstaf.
Het Maastrichtse exemplaar is afkomstig uit een jezuïetencollectie, wat laat zien dat kloosterorden op de hoogte wilden blijven van wetenschappelijke vraagstukken en ontwikkelingen, zelfs wanneer die het christelijke wereldbeeld ter discussie stelden.